Terug naar Meer terug naar Woorden

debuutbundeltje (versie 2008) is te bestellen bij: www.lulu.com/content/2013723

Woorden 2

160 precies
...een leuke rage

...en nog meer
...voor wie ik hoorde

...overTijd
...wijsheden

 

overmoedig
de contest in voor het Eindhovens stadsdichterschap :

30-03 2010

 

(herschreven)
stille ik

Er zijn er die aan actie hangen,
ook ziet men dromers van de dag
die vaak al
gisteren gebeurde.
De beelden van verlangen
verstoppen het bekend gelag:
dat langzaam alles bits
    of banger kleurde.

Maar,
voor mij is daar soms zomaar
het abstracte van een naakt,
dat teder wit de piano raakt;
en in die stilte klinkt volmaakt
de nooit getroffen snaar.

EHV GDCHT,
gepubliceerd Januari 2019

Die oude industrie,
… carrosserie van massa’s volk
    dat alle dagen dromde naar de poorten van het werk;
… een kolk van loon voor brood,
    stom als de kerk van hemelrijk en dood.
De hogere techniek,
… vereerd, gevreesd, ongegeneerd
    voor alles maken en ter lering;
… in het getemde broek van Dommel-Noord,
    boven het op koopkracht malend oord
    van cliché-winkel-nering.
Dat klaverplatte plan,
… vertalloosd in te vele rechte-straten
    waaraan men huis-aan-huis zich schakelt
    of ook vaak bloksgewijs zich stapelen laat;
... verkaveld in burchten, buxus-percelen
    aan radiaal doorgaande wegen
    en radicaal gebaand’ tangenten;
… verdwaalde kernen en kastelen
    van vroegere regenten;
… verschaald terrein van auto’s en verkeer
    met bomen, asfalt en iconen
    en weer met licht, steeds meer.

Jij puberende stad,
... die onbedeesder ruimte eist,
    verrukt van wat zich als gerezen torens prijst;
Jij prooi van hoger op,
… maar wat
    als toekomst toch meer nodig had
    dan hoogbouwprenten in je ochtendblad?

Eindhoven,

Jij was mijn vaders grond,
... waarop hij groot kwam, groeide met de stuipen
    van een uitdijend iets, dat stenen met een stad verwart;
... waar hij ooit liep of op de fiets het ijverig bouwen zag
    van wat al is gesloopt of op iets nieuwers hoopt.
Jouw Dommelhoef verzorgde lief
mijn moeders dood;
    en zij, zij kwam uit Hellimond...


Coming Soon Back, Glass-works
en ook weer Voorjaar in 2010: zomaar wat E.Nieuws

Het plaatselijk E.D. toont
wat jeugd in komend lommer
langs groene oevers aan de Dommel
die je moet doen - een enkel maal per jaar -
en die er verder niet toe doet
of telt,
maar,
dat terzijde, want
de nieuwe tijden willen als voorheen
ook in de krant weer aandacht of gewoon alleen
ons geld.

De onverlaten stad begint gezwind haar nieuw verhaal:
Op het publieke huis der Noodsprong
rijst nu een ‘partementgebouw;
van kloosters maakt men ZorgHotels,
met aan de straat een etablissement
van wereldstads-allure;
de buren en het groeiend eetpubliek
verassen in de gevel-kou
hun sigaret en gluren op terrassen
naar elkaar en al die andere zorgelozen;
Lees nu de E.rubriek!

Veel is dit voorjaar al bekend:
Vooruitgang blijft Centraal gelegen,
zoals Op Acht en Gouden Bal langs oude wegen.
Maar toch: wat brengen ons de uitgerookte scherven van DelftsBlauw?
verlengen we op massadagen de erven aan het nauw
van Stratums-End?
Had u het al gehoord, allez, het had gekund,
na een bezoek aan E.D.-AV.nl en enzovoort...

Het IJspaleis kwam dit jaar niet aan smelten toe,
niet door te veel aan vorst
maar in bevroren gore dorst
en kille onderhandeling
over de kunst van commercieel gewin
en overmachtige garantie van nimmer overlast,
gepast in regentesk gecalculeerde transparantie.
De E.culinair-e-lite was op culi-squaire niet Thuys
en laat de Koffer zakken op opnieuw vernieuwd oud Park & Pluche -
die braderie-kopie van Markin’ Niche
geannonceerd met E.Lan op het oude plan van ons-kent-ons -
in een gehoopte lente-zon!
Philips Glassworks, “coming back soon”
net als het polymere-glaswerk in de “noon”
van komend alle wekends feestgedruis
en straks de toeloop rond het GlazenHuis,
maar dan is ’t al weer winter;
nu klinkt er, vooralsnog, een vroegjaars’ hoop op kas-gerinkel...

WOORDEN
VOOR WIE IK HOORDE

Ik maak een boekje
vol met woorden
en met hoop
en ja “ik zoek je,
jou die ik hoorde,
na verloop”

Als ik tussen velen
jou al eerder vond
zeg ik het weer en ook nog dat
“ik altijd meer wil delen,
nu terstond,
dan ik toch al heb gehad”


15-12 2007 / 2010
vaker terug

ik wil in veelvoud wonen
in een klein stads huis,
en warm van binnen
meer naar buiten komen;
daar wil ik weer beginnen,
vanzelf en per abuis

mijn ik, mijn grote bek,
mijn wie was ooit
die droeve gek die liefde zocht:
met ziel en al gekooid;
de droom een tocht
achter het hek

een duivel voel ik mij,
met houten zwaluwstaart
gehecht, en zonder zomerzwerk,
de horizon opzij
van waar de toekomst aardt,
belast met ’t al gewone werk

een boom ook ben ik,
naast de weg, waarop ik loop
met dwaze, vrij gedachte tred;
geworteld in “die ken ik”
als ik sta en zeg “ik hoop
op razernij, in bed”

vliegen zal ik niet
als jij geen engel bent:
mijn foto geen bewegend beeld
als jij stil in de camera ziet
die zoekende het licht verkent
waarin verleden koekoek speelt

als kwam ik sluiks langsachter binnen
wat dingen delen, onbelast
en jou lief langs de rug
dan steels omarmend minnen
met vingers strelen op de tast -
ik wil mijn eenvoud terug

 


30-03 2007
Soms
denk ik
woorden
om jouw beeld.
Soms, hoor ik jou
bekoren
met twee ogen
die betogen -
meer nog zeggen
dan ik doorgaans
pakken kan
of wil.
Jij bent vaak stil,
maar hebt mij nooit verveeld.

Zo tegenover mij –
dicht
bijna naast me;
luister ik – soms
wijl ik praat.

En ik hoor weer
hoe dat jij zegt
dat zwijgen echt
vaak veel meer
samen laat…

En “Ja”, zeg ik:
“soms,
moet men weten"
“ja, ja, zelfs meestal"
-
maar, na heel even,
echt na even al,
snap ik:
‘t woord dat waagt
ooit stilte te bevragen
is al jouw zinnen veel teveel;
dat minnen,
en niet steeds behagen…
dat een gedeelde slaap,
niet vraagt.

En dan zie ik
jou,
in mijn zo lieve leven
alles
wel misschien,
maar niet gezien
wel soms....

November 2005 - 28 juli 2006
3 x 4

nu ik tracht
de nacht te sussen,
bedacht ik
liever ondertussen
hoe jij op ’t kussen
naast me lag -
zo wacht ik
dan de nieuwe dag

ja ik wil,
ik zou wel willen,
ja ik wou wel vaker
nog meer dichter zijn -
‘k zou nog veel meer
willen willen,
maar de tijd
deed water
bij de wijn

verliefd, ik ga
de muze achterna -
maar alsjeblieft
noem mij bij naam
en wacht daarna
op nieuwe dromen,
en laat het ja
maar gaan
en komen

december 2003 / februari 2004
(spiegelcoupletten van Kim)

Sluitingstijd
uiteindelijk “Sans Mots”

Ik probeer de stilte woord te geven,
ook al valt mij zwijgen zwaar
‘t Rumoer van die ten leste bleven;
ruis, waarin ik hijgend vaar

Ik probeer de stilte door te geven
elk gesprek is een gevecht
schreeuwend, schreiend overleven,
terwijl er weinig wordt gezegd

De stilte heeft geen zinnen
maar is beeld, een luie droom
v an strelen, te beminnen,
zwijgend en een beetje loom

De stilte kan niet winnen
van de stemmen, van muziek
Onze stilte zit van binnen,
bij jou bij mij, zo identiek

Zweet zilt de stemmen, ongehoord
en armen strelen afscheid, een gebaar
Niemand luistert naar wat hoort
Alleen en huiswaarts keer ik maar

Wind stilt stemmen, onverwacht
ogen tranen, afstand is nu daar
In stilte delen wij de nacht
als wij maar dromen van elkaar

 

Rijmpje
Gelegenheid schept de Dief
Genegenheid een Lief
Da’s beiden waar misschien
Maar,
wat ik niet wil zien
- want dan ben ik de klos -
is Liefje zonder Verlos

Het woord zal nooit vervlezen
Toch ben ik zeer bedeesd
om in een boek te schrijven of te lezen
van wat al is geweest,
laat staan van wat nog komen kan.
Van woorden maakt men praatjes,
maar ik ben man,
ik denk in plaatjes

Klein Liedje (voor de piano)
Als ik van jouw huis naar huis keer
en ik kijk nog es weerom
denk ik dat ik keer op keer weer
terugkom
Ook al is dat nog zo dom

27-09-2004 
PS
Ik zeg ze kras,
de regels die niet hoeven,
en keer
in zinnen zonder woord,
zo stil, dat ik haast hoor
hoe mij van binnen
de lettergreep wil minnen
alsof er niets meer
liever was.

 

november 1992 (maart 1993)
zomaar

Er zijn er die aan actie hangen,
ook ziet men dromers van de dag
die vaak al
   gisteren gebeurde.
De beelden van verlangen
verstoppen het bekend gelag:
dat langzaam zoveel bits
   of banger kleurde.
Maar
   voor mij is daar soms zomaar
het abstracte van een naakt,
dat teder wit de piano raakt;
en in die stilte klinkt volmaakt
de nooit getroffen snaar.


december 1989
lieve lieve, kom

er zeurt iets droevigs in mijn kop
en in mijn weke delen borrelt het volop
er hikt een dwarsbalk in mijn strot
en ook mijn benen dwarrelen zot

steeds als ik dromend nog, ontwaak
of bijna slaap, ook dan heel vaak
beleef ik domme keer op keer
de slinger van het heen en weer

's nachts komt de stilte dan, ik rust
maar ‘s ochtends zingt weer vol-bewust
een lied onder de waterstraal
de dag kent zijn gezwind verhaal

naar het station bedenk ik schelmenstreken
maar in de trein al is de kans verkeken
dat ik eens zondig tegen dure plicht
ja, weer gezwicht!

alleen de duivel baart uit droefheid lol
zo tolt moraal rond in mijn bol
alleen de snode daad
is sterker dan verraad

dus lieve lieve, kom
en maak je nergens zorgen om
die moet je maar met anderen delen
met mij toch kan je spelen?



28-04-2010